In september 2016 ging de Westhoek van start als ‘pilootregio voor basisbereikbaarheid’. De bedoeling is om het nieuwe mobiliteitsconcept van de Vlaamse Regering uit te testen in een landelijke omgeving. Slechts 3 pilootregio’s werden geselecteerd. Naast de Westhoek kwamen ook de regio’s rond Aalst en Mechelen in aanmerking. Ondertussen dienden verschillende regio’s de aanvraag in om ook als pilootregio erkend te worden. Enkel de regio rond Antwerpen werd nog toegevoegd als vierde pilootregio.
Doordat de Westhoek geselecteerd werd als pilootregio, wordt de regio nu als aparte vervoersregio beschouwd, wat voorheen niet het geval was, en kreeg de Westhoek de garantie dat de middelen die op vandaag geïnvesteerd worden door de Vlaamse overheid voor de organisatie van vervoer niet verder zullen afnemen. Dit laatste is niet onbelangrijk in een context waarin De Lijn geconfronteerd zal worden met verdere besparingen.
Basisbereikbaarheid betekent dat ‘mobiliteit’ georganiseerd moet worden op basis van de vraag. Basisbereikbaarheid volgt op deze manier ‘basismobiliteit’ op. Mobiliteit wordt ingedeeld in 4 niveaus: het spoornet, het kernnet (de openbaar vervoersverbindingen tussen de steden), het aanvullend net (bv. schoolvervoer tijdens de spits) en het vervoer op maat.
Als ‘pilootregio’ moet de Westhoek in nauw overleg met betrokken Vlaamse diensten (departement mobiliteit en openbare werken, agentschap wegen en verkeer, De Lijn, mobiliteitscentrale aangepast vervoer en het departement ruimte Vlaanderen) een nieuw vervoersplan voor de Westhoek uitwerken. Deze werkzaamheden gebeuren in de schoot van de ‘vervoersregioraad’ waar de burgemeesters van de gemeenten samen met vertegenwoordigers van de Vlaamse diensten en met begeleiding van een mobiliteitsconsultant ‘Traject’ werk maken van dit nieuwe plan. De vervoersregioraad geeft advies m.b.t. het spoornet en het kernnet, en kan beslissen m.b.t. het aanvullend net en het vervoer op maat.
De vervoersregioraad kwam reeds 2 keer bijeen. Tussentijds werden ook werkgroepen georganiseerd. Ondertussen werden verschillende scenario’s uitgewerkt m.b.t. het kernnet en aanvullend net voor de regio die in het najaar ter goedkeuring aan de vervoersregioraad zullen worden voorgelegd. De komende maanden wordt verder vorm gegeven aan het niveau vervoer op maat. Dit betreft in de eerste plaats de goed werkende belbussen, maar ook de vele initiatieven die gestart zijn de afgelopen maanden in de schoot van lokale besturen om mee vorm te geven aan de zeer lokale verplaatsingen zoals het busje van de gemeente Houthulst dat pendelt tussen de deelgemeenten op marktdagen, de dorpspunt Beveren a/d IJzer, de Heuvellink, Nestor, stationshub Kortemark, …
Contactpersoon: Dieter Hoet - dieter.hoet@westhoekoverleg.be